Visie

In de Solidaire Premieregeling - een van de twee mogelijke contracten in het nieuwe pensioenstelsel - wordt het rendement van de collectieve beleggingen toebedeeld aan leeftijdscohorten. Hoe kunnen pensioenfondsen dit toedelingsproces efficiënt en effectief inrichten? In de reeds werkende oplossing van KPMG blijft de beleggingsadministratie volledig intact, terwijl de transparantie richting deelnemer maximaal is. Dit geeft zowel vermogensbeheerders als pensioenadministrateurs de instrumenten in handen om dit belangrijke onderdeel van de Solidaire Premieregeling vorm te geven.

De vraag hoe in het nieuwe pensioenstelsel de (collectieve) rendementen worden verdeeld over de verschillende leeftijdscohorten is in meerdere opzichten uitdagend. Pensioenuitvoerders stellen de verdeelsleutels vast op basis van de doelen die de sociale partners hebben meegegeven, de verdeling moet voldoen aan de wettelijke eisen en de uitvoering moet kostenefficiënt zijn. Last but not least moeten deelnemers, pensioenfondsbestuurders en toezichthouders kunnen begrijpen hoe de toedeling in elkaar zit. Bijvoorbeeld wat de collectieve beleggingsmix is en de individuele blootstelling daaraan, hoe het overrendement en het beschermingsrendement zijn toebedeeld aan de verschillende cohorten en welke dotatie er heeft plaatsgevonden naar of vanuit de solidariteitsreserve.

Bij het zoeken naar oplossingen voor deze uitdaging hanteerde KPMG twee uitgangspunten.

1. De uitkomst van het toedelingsproces moet volledig transparant zijn voor deelnemers, bestuurders en toezichthouders. 

2. Dat er aansluiting moet zijn bij de bestaande organisatieinrichting, zodat (onaanvaardbaar) hoge kosten vermeden worden. Immers, vermogensbeheerders beleggen gecentraliseerd per beleggingscategorie en niet per deelnemer. De administratie is ook op die manier georganiseerd. Het gehele front-to-backproces organiseren per deelnemer zou grote impact hebben op de kosten en de efficiëntie van vermogensbeheerders.

Het resultaat is een aanpak die start met het vaststellen van het risicoprofiel per leeftijdscohort. Op basis van dit risicoprofiel wordt een passende beleggingsmix per leeftijdscohort vastgesteld. Vervolgens worden de beleggingsmixen ‘opgeteld’ tot een collectief beleggingsbeleid op het niveau van het pensioenfonds; de uitvoering van dat beleid wordt dus niet aangepast ten opzichte van de huidige situatie. Op basis van de beleggingsmixen per leeftijdscohort kan dan vervolgens het aandeel van het cohort in het totale beleggingsresultaat worden vastgesteld en worden de rendementen aan de hand daarvan toebedeeld.

Deze aanpak is mogelijk met aparte tooling die gekoppeld is aan zowel de beleggingsadministratie als de deelnemersadministratie. De toedeling vindt derhalve plaats op pensioenfondsniveau - net zoals de beleggingsadministratie, die volledig intact en op collectief niveau blijft. Want het daadwerkelijk opknippen van de portefeuille in individuele beleggingspotjes brengt in onze visie onaanvaardbaar hoge kosten met zich mee. Daarnaast is deze tool – ontwikkeld in samenwerking met onze partner VI Company - voorzien van een dashboard waarop alle informatie verschijnt die deelnemers, bestuurders en toezichthouders nodig hebben om hun vragen over de toedeling te beantwoorden.

Case Study

Welke verdeelsleutels en andere criteria passen het beste bij de risicohouding van de deelnemerspopulatie van het betreffende pensioenfonds. Het is van groot belang dat men bij het bepalen van de verdeelsleutels en de andere keuzes zodanig te werk gaat dat aan alle wettelijke vereisten wordt voldaan. Dat en meer vraagstukken in de casus.

Download de publicatie via onderstaande button: 

Hoe kan KPMG hierbij helpen?

Wat is het belang, onze visie, belangrijke onderdelen vanuit de wet en waar nog meer rekening mee te houden? Daarnaast, hoe kan de tool van Alloq daarbij van toegevoegde waarde zijn? 

Bekijk onderstaande video's: 

Blijf op de hoogte

Wij houden je op de hoogte per e-mail. Geef hier je voorkeuren door.

Aanmelden