Als bedrijven en overheden zich één ding niet kunnen veroorloven in de energietransitie is het wel nietsdoen. En hoewel het gaat om een complex verhaal met veel onduidelijkheden is het helder: waterstof (of hydrogen) speelt een sleutelrol in hoe we Nederland én de rest van de wereld van energie voorzien. De tijd dringt, want hoewel 2050 ver weg klinkt, werken geopolitieke instabiliteit, hoge gasprijzen en het klimaatvraagstuk als versnellers van deze verandering. Nog veel belangrijker: het voortbestaan van onze industrie staat op het spel. Alleen bedrijven die op tijd omschakelen naar fossielvrije energie gaan door naar de volgende ronde.

Nu investeren of assets afschrijven

Stap één in deze transformatie is de industrie. De levensvatbaarheid valt of staat met de overstap naar duurzame energie en we maken meteen het grootste verschil in CO2-uitstoot. Hoewel de volledige keten van productie tot de toepassing nog ontwikkeld moet worden, zijn er grote voordelen. De infrastructuur voor het transporteren van gas kunnen we voor zo’n 85% hergebruiken en fabrieken en industriële complexen zijn in veel gevallen met relatief beperkte investeringen waterstof-klaar te maken. Zeker omdat het alternatief is: de industrieën vertrekken, assets op basis van fossiele energie worden afgeschreven en de werkgelegenheid en innovatie gaan verloren. Maar waar je ook heengaat in de wereld, de industrie zal de overstap naar (groene)waterstof sowieso een keer moeten maken de komende decennia. Die keuze is dus eenvoudig.

De route naar waterstofindustrie

Hoe ziet de route naar waterstof eruit? Allereerst moet de overheid een stevige backbone faciliteren. Denk aan Gasunie: door gebruik te maken van het bestaande gasnet kunnen zij zorgen voor een sterke, goed functionerende infrastructuur tegen een relatief lage investering. Daarnaast kunnen overheden met subsidies én slim opgestelde tenders zorgen voor incentives die leiden tot marktwerking om de waterstofketen (productie, transport, opslag) op industriële schaal op te zetten. Die subsidies zijn er deels al en dat is maar goed ook, want de industrie moet liever vandaag dan morgen aan de slag met innovatieve technologieën. Denk aan het ontwikkelen van diverse elektrolyse-methodes of het slim ombouwen van hun assets naar waterstof.

Visie en realiteitszin

Om deze transitie voor elkaar te krijgen, is een scherpe businesscase noodzakelijk, gebaseerd op diepgaande kennis van de energietransitie en wat daar allemaal in samenkomt. Als organisatie moet je een toekomstgerichte visie hebben mét realiteitszin. Groene waterstof is pas breed inzetbaar als we het kunnen opwekken. De offshorewindparken en alles wat komt kijken bij het maken en transporteren van waterstof moeten nog ontwikkeld worden. Tot die tijd kunnen we wél aan de slag met blauwe waterstof, oftewel waterstof opgewekt met fossiele brandstoffen waarbij we de CO2 opslaan. Geen verhaal van ‘de kip of het ei’, maar van ‘de kip en het ei’. 

Heldere vervolgstappen

Dus hoewel het op het eerste gezicht een onoplosbaar complex probleem lijkt, is de oplossing in de praktijk minder ingewikkeld. Door met waterstof aan de slag te gaan, kies je sowieso voor de juiste richting. En dat verkleint het aantal vervolgkeuzes significant. De volgende stappen? Faciliteer als overheid een partij die waterstof-backbone ontwikkelt. Het bedrijfsleven zou, met steun van de overheid, moeten investeren in de ontwikkeling van waterstofproductie. Hiermee werk je aan een marktketen waarmee je vraag en aanbod stimuleert, zodat er meer investeringen worden gedaan. Eén ding is zeker: niet investeren in waterstof kost op langere termijn het meest.

Contact

Op de hoogte blijven

Wij houden u op de hoogte per e-mail.
Geef hier uw voorkeuren door.