• Jeroen Ruepert, Partner |

Na vier pensioenseminars is het tijd om de balans op te maken: hoe ziet de sector het nieuwe pensioenstelsel én wat verwachten we van de periode erna? Tijdens de vijfde en afsluitende bijeenkomst – een extra lange zomersessie bij KPMG in Amstelveen – deelden sprekers uit alle hoeken van de branche hun visie op de toekomst van ons pensioen.

Maar eerst was het woord aan de aanwezige pensioenbestuurders zelf. Via hun smartphone mogen ze hun mening geven over het nieuwe pensioenstelsel. Het meest gegeven antwoord dat in de wordcloud op het scherm verschijnt? Vast niet wat beleidsmakers voor ogen hadden toen ze aan een nieuw stelsel begonnen te sleutelen: ‘complex’... Ook ‘onzeker’ komt naar voren. Tegelijkertijd valt er ook optimisme te bespeuren: ‘gaaf’, ‘positief’ en ‘uitdagend’ worden ook veelvuldig genoemd.  

Stabiel pensioen

Het publiek hoeft in elk geval niet te gissen naar het antwoord van de eerste spreker op dit afsluitende pensioenseminar. Susan Eijgermans, Pensioenbestuurder bij het pensioenteam van FNV, is erg te spreken over het nieuwe pensioenstelsel. Volgens haar komen met de solidaire pensioenregeling ‘werknemers weer aan de knoppen van de belangrijkste arbeidsvoorwaarde’. De solidaire regeling biedt volgens Eijgermans de grootste kans op een stabiel pensioen. De solidariteitsreserve speelt daarin een belangrijke rol, omdat die direct aan te spreken is, ‘in plaats van de slapende buffer die we nu hebben’. Eijgermans noemt het nieuwe stelsel ‘veel logischer’ en ‘beter communiceerbaar’. Haar tip: maak het niet te technisch voor deelnemers. “Mensen willen niet weten hoe het in de pensioenfabriek gaat. Ze willen weten wat ze hebben.”

Fiscaliteit

Ben Schuurman, die spreekt op persoonlijke titel, toont zich eveneens positief, maar dan over de fiscale kant van het nieuwe stelsel. In het nieuwe systeem kijkt de Belastingdienst niet meer naar de uitkering, maar naar de premie. Dit maakt het voor alle belanghebbenden ‘fiscaal eenvoudiger’, aldus Schuurman. Bovendien zorgt het vervallen van de eventtoets voor een stuk minder administratieve rompslomp. In de huidige situatie wordt bij regelingen met een staffel gebaseerd op 3 procent of lager getoetst of er meer pensioenkapitaal wordt opgebouwd dan wettelijk is toegestaan. Deze schaduwboekhouding behoort straks tot het verleden. Ook het vervroegen van pensioen wordt veel eenvoudiger. 

Schaalvergroting

De derde spreker, Marcel van de Grift, beleidsadviseur en programmaleider MVB bij de Pensioenfederatie, staat stil bij het streven naar dalende uitvoeringskosten en een betere klantbediening. Schaalvergroting kan daaraan bijdragen, opperde hij. Nu zijn er ruim 180 pensioenfondsen. Bij een hypothetische ondergrens van 10 miljard euro zouden er 25 overblijven, rekende Van de Grift voor. Een andere uitdaging is om pensioenen ‘in de belevingswereld van nu’ te krijgen. Hij noemde de app PensionBee uit het Verenigd Koninkrijk als inspirerend voorbeeld. Dat de deelnemer centraal komt te staan is positief, maar heeft ook een keerzijde,  poneerde Van de Grift. “De verwachtingen zullen erg hoog zijn. Dat betekent ook dat deelnemers meer duurzame beleggingen verwachten en de samenleving een grotere maatschappelijke rol van pensioenfondsen vraagt.”

Zapmoment

Niet alleen deelnemers koesteren verwachtingen, journalisten evengoed. Jacob Schoenmaker, beurscommentator bij RTL Z, had de hoop dat het nieuwe stelsel beter uitlegbaar zou zijn voor zijn kijkers. Mensen zappen weg als het gaat over ‘verdisconteren’, ‘rekenrente’ en ‘rts’. In het nieuwe stelsel mag Schoenmaker vertellen over ‘projectierendementen’ en ‘beschermingsrendementen’ – en of die feitelijk of theoretisch zijn. De journalist constateert met leedwezen dat ook het FTK ‘via de achterdeur’ weer binnenkomt. Schoenmaker ziet de bui alweer hangen: het zapmoment zal blijven en dat stemt niet optimistisch voor het nieuwe stelsel.

Waardering

Hoewel pensioenen misschien wel nooit gesneden koek zullen worden, kan de transitie naar het nieuwe stelsel wél zorgen voor meer aandacht en waardering voor de arbeidsvoorwaarde pensioen. Dat is de overtuiging van Jurre de Haan, beleidssecretaris Pensioenen bij VNO-NCW en MKB-Nederland. Zoveel is wat De Haan betreft zeker: pensioenregelingen zijn straks veel beter vergelijkbaar, wat bijdraagt aan herstel van vertrouwen. Daarnaast verwacht hij dat het nieuwe stelsel een katalysator zal zijn voor verdere verbeteringen. “Pensioenproducten worden bijvoorbeeld transparanter en beter vergelijkbaar. Dat zal druk geven op lagere kosten en daarmee impact hebben op de pensioenmarkt.” De sector hoeft niet te vrezen voor complexiteit. “Dat hebben we grotendeels zelf in de hand bij keuzes die we zelf maken. En zeker de deelnemer moeten we niet alle details gaan uitleggen, maar communiceer op hoofdlijnen.”

Kansen voor de toekomst

Na de keynote sprekers gaan de aanwezigen nog met elkaar in discussie over diverse stellingen. Daarin komen zorgen naar voren over het gebrek aan vertrouwen (‘we beginnen op een achterstand’), maar wordt ook duidelijk dat de transitie meer dan genoeg kansen biedt. “Het nieuwe stelsel wordt een aanjager om onze dienstverlening te verbeteren”, zegt een bestuurder. “Dát is nodig voor meer waardering, niet het nieuwe stelsel op zichzelf.” Ook klinken er oproepen om vooral de samenwerking te zoeken met banken, verzekeraars en financieel planners voor meer innovatie.

De transitie is al begonnen, en één opmerking uit de wordcloud zal ongetwijfeld nog jaren blijven naklinken in de pensioensector: ‘never a dull moment…’