De aangifte Jaarlijkse Taks op de Effectenrekeningen (‘JTER’) voor de referentieperiode van 26 februari 2021 tot en met 30 september 2021 moet ten laatste op vrijdag 15 juli 2022 worden ingediend. Als rekeninghouder is het nuttig even stil te staan bij de verplichtingen die deze nieuwe taks met zich meebrengt.

Ter opfrissing: de belangrijkste kenmerken van de JTER

De JTER is van toepassing op elke effectenrekening waarop financiële instrumenten worden gehouden met een gemiddelde waarde groter dan 1.000.000 euro. Het takstarief bedraagt 0,15% en wordt toegepast op de volledige gemiddelde waarde (d.w.z. vanaf de eerste euro). 

Normaal gezien wordt de gemiddelde waarde berekend aan de hand van vier referentietijdstippen (31 december, 31 maart, 30 juni en 30 september) tijdens de referentieperiode, nl. een periode van 12 opeenvolgende maanden die (in principe) loopt van 1 oktober tot en met 30 september. Omdat de taks echter pas op 26 februari 2021 werd ingevoerd, loopt de eerste referentieperiode (het eerste belastbaar tijdperk) bij wijze van uitzondering van 26 februari tot en met 30 september 2021. Bijgevolg zijn er voor de eerste referentieperiode slechts drie referentietijdstippen relevant nl. 31 maart, 30 juni en 30 september.

Voor Belgische inwoners (natuurlijke personen, rechtspersonen en “oprichters van juridische constructies”) worden zowel Belgische als buitenlandse effectenrekeningen geviseerd.

Voor niet-inwoners worden enkel Belgische effectenrekeningen, d.w.z. effectenrekeningen aangehouden bij een Belgische tussenpersoon (bv. een bank of gelijkaardige financiële instelling), geviseerd tenzij de desbetreffende titularis zich kan beroepen op een dubbelbelastingverdrag.

Indien de JTER van toepassing is, wordt de gehele waarde van de effectenrekening in aanmerking genomen. In geval van meerdere (co)rekeninghouders wordt er in regel dus niet gekeken naar inwonerstatus en achterliggende eigendomsverhoudingen. Het uitgangspunt is namelijk dat de effectenrekening als dusdanig het belastbaar voorwerp is. Dit kan voor vreemde situaties zorgen wanneer bijvoorbeeld een effectenrekening wordt aangehouden door zowel een inwoner als een niet-inwoner die zich kan beroepen op een dubbelbelastingverdrag. Gezien België niet bevoegd is de taks te heffen op het aandeel van de niet-inwoner in de rekening, zou het voor zulke gevallen aangewezen kunnen zijn om na betaling van de taks - berekend op basis van de gehele waarde van rekening - toch een deel terug te vorderen door middel van een verzoek tot teruggaaf. De fiscus heeft echter te kennen gegeven dat ze van oordeel is dat van zodra er een ‘slechte’ (niet-vrijgestelde) rekeninghouder is, de hele rekening belastbaar is (een zogenaamd besmettingseffect). De kans om de teruggaaf effectief te bekomen, zonder verdere betwisting, lijkt dus klein.

Wie moet aangifte indienen (wie is de belastingschuldige)?

De taks moet in principe aangegeven, ingehouden en betaald worden door de Belgische tussenpersonen (banken). Deze inhouding werkt bevrijdend d.w.z. dat de rekeninghouder van een (Belgische) effectenrekening in principe dus niets meer hoeft te doen.

Buitenlandse tussenpersonen zijn, in tegenstelling tot Belgische tussenpersonen, niet verplicht om de taks in te houden en aan te geven (de Belgische wetgever kan dat niet afdwingen).

Als de buitenlandse tussenpersoon de taks dus niet aangeeft en betaalt voor haar klanten zal de rekeninghouder de verschuldigde taks in principe zelf moeten aangeven en betalen.

Aangiftetermijn en indieningswijze als rekeninghouder zelf moet instaan voor de JTER

De titularis die de taks zelf moet aangeven en betalen, dit wil zeggen voor iedere belastbare effectenrekening waarvoor de JTER nog niet werd aangegeven en betaald door een bank of enige andere tussenpersoon, moet de aangifte - voor de eerste referentieperiode die is geëindigd op 30 september 2021 (hetzij vroeger in exceptionele situaties) - indienen uiterlijk op 15 juli 2022.

In principe moet de aangifte elektronisch worden ingediend (behoudens twee uitzonderingen), via een aangifteformulier dat ter beschikking wordt gesteld op MyMinfin.

Op de website van de FOD Financiën valt echter te lezen dat de aangifte momenteel nog niet elektronisch kan worden ingediend en bijgevolg per post moet worden verstuurd. De FOD Financiën heeft in dit verband inmiddels een model-aangifteformulier gepubliceerd: https://financien.belgium.be/nl/particulieren/belastingaangifte/jaarlijkse-taks-op-effectenrekeningen#q4 .

Er werd ons echter ook bevestigd dat de aangifte uitzonderlijk via email kan worden ingediend (in plaats van een fysieke kopie te versturen via de post). U kan m.a.w. het PDF-model aangifteformulier invullen en via email opsturen naar de bevoegde dienst.

Wat bij rekening met meerdere rekeninghouders?

Wanneer een effectenrekening wordt aangehouden door meerdere rekeninghouders, bijvoorbeeld bij mederekeninghouderschap, een onverdeeldheid of een splitsing tussen blote eigenaars en vruchtgebruikers, kan elke rekeninghouder de aangifte indienen en betalen voor de gehele rekening, voor alle betrokken rekeninghouders (dan hoeven de anderen niets meer te doen). Elke rekeninghouder is evenwel hoofdelijk gehouden tot betaling van de taks, de boetes en de interesten. In zo’n situatie is het dus aangeraden dat alle mederekeninghouders goed met elkaar afstemmen.

Betalingstermijn: 31 augustus 2022

De taks moet – nadat ze werd aangegeven – worden betaald uiterlijk tegen 31 augustus van het jaar volgend op het einde van de referentieperiode worden betaald. 

Voor de referentieperiode die liep tot 30 september 2021, moet de taks dus ten laatste op 31 augustus 2022 zijn betaald.

Gezien de complexiteit die de JTER met zich kan meebrengen, is de opmaak van de aangifte soms geen sinecure. Aarzel dan ook niet ons te contacteren als u hierbij vragen heeft of onze bijstand wenst.

 

Auteurs: Dries Leurs, Tax Adviser, Julie Boon, Tax Manager en Kevin Hellinckx, Tax Manager