Van toenemende bewustwording omtrent de kwetsbaarheid en koers van ons klimaat en leefmilieu, tot het waarborgen van de leefbaarheid in vaak groeiende stedelijke omgevingen: lokale overheden staan wereldwijd voor de grote uitdaging om hun stad in de toekomst aantrekkelijk, duurzaam, leefbaar en betaalbaar te houden. Steeds compactere steden en de opkomst van wijken als decentrale gemeenschappen binnen een stad zorgen er bovendien voor dat tal van maatschappelijk uitdagingen (zoals onderdak, toegang en mobiliteit, gezonde lucht, en een groene leefomgeving) sterker op elkaar inwerken. Dat zorgt voor ‘taaie vraagstukken’, waarvoor een systeemaanpak vereist is om op lange termijn diepgaande verandering te kunnen realiseren in lijn met het klimaatakkoord van Parijs en de Sustainable Development Goals. Leiderschap, langetermijnvisie, nieuwe samenwerkingsverbanden, en het optimaal inzetten van innovatieve technologie en digitale tools zijn enkele van de ingrediënten waarop koplopersteden zich beroepen.

Vandaag woont meer dan 55% van de wereldbevolking in steden; een aantal dat volgens de huidige prognoses tegen 2050 nog verder zal oplopen tot minstens 68%1. Steden nemen slechts 3% van het aardoppervlak in beslag, maar staan wel in voor 80% van de totale energieconsumptie en voor 75% van de uitstoot aan broeikasgassen.

Hoewel ze lang gepercipieerd werden als sociaal-economische probleemoorden, hebben steden zich de afgelopen decennia ontpopt tot de motor van economische groei, innovatie, veerkracht en duurzame ontwikkeling. Door factoren zoals de toegang en nabijheid van diensten en investeringen in verschillende (experimentele) pilootprojecten vormden vele steden zich om tot centra van oplossingen. Dat genereerde een nieuwe aantrekkingskracht voor zowel gezinnen als ondernemers en riep de stadsvlucht een halt toe. Het intensieve gebruik van onze stedelijke omgeving heeft echter een impact op het energieverbruik en de uitstoot van broeikasgassen. Daarnaast brengt het ook heel wat uitdagingen met zich mee op het gebied van sociale ongelijkheid, landgebruik, woongelegenheid en mobiliteit. Die uitdagingen zetten het stedelijke leefmilieu en de vaak verouderde stedelijke infrastructuur verder onder druk, maar bieden ook impulsen voor hernieuwbare energie, een doorgedreven ‘modal shift’ op mobiliteitsvlak, en sociale innovatie gelinkt aan nieuwe vormen van participatie en nieuwe verdienmodellen.

Data helpt transversale vraagstukken behapbaar maken

Stedelijke omgevingen zijn knooppunten van maatschappelijke uitdagingen, informatiestromen en netwerken van stedelijke actoren die dagdagelijks de stad vormgeven en de dynamiek ervan bepalen. Om de efficiëntie van zowel eigen activiteiten en de dienstverlening te verbeteren, maar ook om tot een betere informatiedoorstroom en communicatie te komen, zagen zo’n 10-15 jaar geleden de eerste ‘Smart City pilots’ het licht. Nieuwe digitale tools en datagedreven platformen koppelen data over en vanuit de stad aan elkaar. Zo ontstaat de mogelijkheid om gerichter beslissingen te nemen, investeringen te plannen, en nieuwe koppelingen te leggen tussen de verschillende uitdagingen en actoren binnen een stad. Daarnaast kwam ook leefbaarheid, als één van de transversale vraagstukken bij uitstek, al snel op de radar van de Smart City.

Koplopersteden als Amsterdam, Wenen en Londen experimenteerden gericht op het verbeteren van de levenskwaliteit en -gemak van burgers en ondernemingen door de inzet van slimme technologieën en data-analyse. Sinds 2010 kent het Smart City-gedachtengoed een steile opmars. Zo werd in 2011 het eerste Smart City World Expo Congress georganiseerd in Barcelona. Londen en Wenen lanceerden dan weer hun geïntegreerde Smart City-strategie in 2014. Deze trend zette zich door en zorgde ervoor dat anno 2022 meer dan 158 Europese steden een volwaardige Smart City-strategie bezitten en uitrollen.

Smart City-aanpak helpt stedelijke veerkracht versterken

Tijdens de COVID-19-pandemie werd de meerwaarde van het Smart City-gedachtengoed en een robuuste technologische infrastructuur nogmaals onderstreept en werd de Smart City-toolkit ingezet voor het dagelijkse beheer van de ‘shock’. Zo maakte de pandemie burgers op grote schaal vertrouwd met de adoptie van technologische oplossingen, bijvoorbeeld voor telewerk en de consumptie van goederen en diensten, maar ook voor het onderhouden van familiale banden, vrijetijdsbesteding en studie. Daarnaast versnelde de pandemie de proliferatie van Smart City-oplossingen in steden voor bijvoorbeeld druktemetingen of contacttracing en werd er in ijltempo ingezet op de verdere digitalisering van 24/7 publieke dienstverlening, het digitale beheer van de stad, maar ook het ondersteunen van lokale handelaars via digitaliseringsinitiatieven. De inzet van technologie en data voor een slimmer beheer van de stad draagt daarnaast ook bij aan de sterke traditie van beleidsplanning en -opvolging die in Vlaanderen bestaat (beter bekend als de beleids- en beheerscyclus, of kortweg BBC) en het sterke besef van de complexiteit en interafhankelijkheid van stedelijke uitdagingen en thema’s. Zo ontpopte de Smart City-filosofie zich steeds meer tot de toolkit bij uitstek voor managementondersteuning.

Daarnaast versterkte de pandemie het inzicht dat er een hoge mate van afhankelijkheid bestaat tussen tal van waardeketens en dat een verstoring daarvan een groot effect heeft op ons dagelijkse leven en werken. Het toont aan dat technologie een goed hulpmiddel is, maar dat een omslag in gedrag, verantwoordelijkheidszin, business of waardemodel de echte omslag is die moet gebeuren om steden ook op lange termijn te verduurzamen. Net die elementen zijn ook nodig om beschikbare technologie maximaal te implementeren. Daarnaast versterkt de pandemie ook de notie dat de herstelstrategieën van steden naast herstel vooral moeten focussen op het versterken van de weerbaarheid in het licht van toekomstige shocks.

Onder druk van de verwachtingen van haar burgers en de toegenomen bewustwording en urgentie rondom het klimaat, moet het Smart City-concept dus verder aangevuld en verrijkt worden. Alleen zo kan gewaarborgd worden dat innovatie en de stijging in levenskwaliteit ook de toekomstige generaties ten goede komt. Daarbij dienen de economische, sociale, duurzaamheids- en culturele dimensies van de samenleving in kwestie mee in rekening te worden genomen.

‘Smart’ en ‘Sustainable’ samen bieden opportuniteiten voor duurzame innovatie

In de ‘Smart & Sustainable Cities’ van morgen, gaan slim en duurzaam beleid en bestuur hand in hand. Zo gebruiken de stadsdiensten van Sydney en Brighton bijvoorbeeld al hybride dienstwagens die op basis van data over de luchtkwaliteit overschakelen op elektrisch rijden binnen de meest vervuilde wijken van de stad. Steden als Barcelona rusten hun infrastructuur uit met meer dan 20.000 sensoren die in staat zijn om klimaat gerelateerde dimensies te meten, zoals de luchtkwaliteit, de temperatuur, de luchtvochtigheid, de vruchtbaarheid van de bodem en de biodiversiteit, die vervolgens aan de hand van een open source platform gevisualiseerd kunnen worden. Ook in Vlaanderen wordt er via het onderzoeks- en innovatieproject ‘Internet of Water’ ingezet op de uitbouw van een fijnmazig sensornetwerk en kwalitatieve data-analyse om de waterkwaliteit over heel Vlaanderen te monitoren. Daarnaast is ook bij de burgers een scherper besef gegroeid dat de overheid een kader aanbiedt, maar dat er daarnaast ruimte bestaat voor bottom-linked initiatieven en connecties. Steden als Hong Kong gebruiken bijvoorbeeld data van huishoudens en van afvalcontainers om de afvalverwerking te optimaliseren en de burgers aan te sporen de afvalberg verder te reduceren. In Vlaanderen dragen burgers onder meer via ‘citizen science’-projecten, zoals ‘Curieuzeneuzen’, bij aan de bewustwording omtrent de fragiliteit van ons stedelijk leefmilieu. Binnen dit project werden burgers gemobiliseerd om aan een minimale kostprijs luchtkwaliteitssensoren aan te kopen en thuis te installeren om zo een goedkoop en toch voldoende kwalitatief netwerk uit te bouwen dat de stad toelaat om de luchtkwaliteit in realtime te monitoren. Daarbovenop werden de onderdelen van de sensoren ontwikkeld door verschillende lokale start- en scale-ups. Op die manier wordt er – in co-creatie met de bevolking en het lokaal economisch weefsel – gewerkt aan de uitbouw van een duurzaamheidscultuur. Het succes van de duurzame stad van morgen zal namelijk voor een groot deel afhangen van het engagement van de maatschappij in al haar geledingen.

Bouwstenen van de ‘Smart and Sustainable City’

In deze artikelenreeks gaan we op zoek naar de verschillende bouwstenen van een Smart en Sustainable City, en waarom deze zo belangrijk zijn om langetermijnduurzaamheidsdoelstellingen en een toekomstbestendige samenleving en economie te kunnen uitrollen – zeker met het gewicht dat steden hebben binnen een bredere nationale context.

In artikel 2 wordt er ingezoomd op de verschillende beleidsmatige uitdagingen die momenteel binnen Vlaanderen bestaan om op stedelijk niveau de transitie richting een duurzamere en meer evenwichtige samenleving te realiseren. Artikel 3 focust op een aantal bouwstenen en uitdagingen die aangepakt moeten worden om te komen tot een slimmere en meer collaboratieve beleidsvoering, waarbij technologie en de Smart City-filosofie ingezet worden als middel om de Vlaamse duurzaamheidsdoelstellingen op stadsniveau waar te maken.

Contacteer ons

Gilles De Roo
Senior Advisor,
Public Sector

KPMG in Belgium
gderoo@kpmg.com

Jorn Verbeeck
Senior Manager,
Sustainability & ESG

KPMG in Belgium
jverbeeck@kpmg.com

Ontdek meer