Na talrijke en jarenlange onderhandelingen werd uiteindelijk op 9 november 2021 een nieuw dubbelbelastingverdrag tussen België en Frankrijk ondertekend. Dit nieuw verdrag dient nog door de verschillende parlementen goedgekeurd te worden vooraleer het definitief is, maar op basis van de reeds beschikbare tekst is alvast duidelijk dat het verdrag een aantal negatieve gevolgen met zich mee zal brengen.

Impact op dividenden

In eerste instantie mag de Belgische belegger in Franse aandelen zich verwachten aan een verhoogde belastingdruk op ontvangen dividenden. De bepaling van het dubbelbelastingverdrag die thans voorziet in de verrekening van een minimaal belastingkrediet (het zogenaamde “FBB”) zal tot het verleden behoren. Onder het nieuwe verdrag zal de Belgische belegger niet meer van dit belastingkrediet kunnen genieten waardoor de belastingdruk op Franse dividenden verhoogt van 25,88% naar 38,96%. Belgische beleggers in Franse aandelen zullen, met andere woorden, op het einde van de rit een lager netto dividend overhouden.

Deze wijziging zat er echter aan te komen nu de Belgische belastingautoriteiten na jaren weigeren meermaals werden veroordeeld door de hoven en de rechtbanken om dit belastingkrediet toe te kennen. Naar aanleiding van recente (positieve) rechtspraak en met verwijzing naar het dubbelbelastingverdrag vorderden intussen tal van belastingplichtigen de in België te veel betaalde bronbelasting voor het verleden terug.

Anderzijds is het positief dat het huidige tarief van 12,8% bronbelasting in Frankrijk naar aanleiding van het nieuwe verdrag in de toekomst niet meer zal kunnen worden verhoogd. In het huidige verdrag is een maximumtarief van 15% voorzien, wat in het nieuwe verdrag verlaagd wordt naar 12,8%.

Impact op vastgoedeigenaars

Ook voor eigenaars van Frans vastgoed brengt het nieuwe verdrag een aantal gevolgen met zich mee. Belgische inwoners met vastgoed in Frankrijk, beheren dit vastgoed vaak via een vastgoedvennootschap (bijvoorbeeld via een SCI, SARL, …). Vermits het huidige dubbelbelastingverdrag niets bepaalt omtrent de belastingbevoegdheid over meerwaarden op aandelen, noch over meerwaarden op aandelen in deze vastgoedvennootschappen, leidde dit in het verleden meermaals tot discussie.

Dit is nu verleden tijd. Het nieuwe verdrag wijst de belastingbevoegdheid over de meerwaarden gerealiseerd naar aanleiding van de verkoop van aandelen van een vastgoedvennootschap (zijnde een vennootschap waarvan meer dan de helft van de activa direct of indirect bestaat uit onroerende goederen) toe aan de staat waar het onroerend goed gelegen is. Zodoende zal Frankrijk op basis van het nieuwe verdrag bevoegd zijn om Belgische inwoners te belasten op de meerwaarde die ze behalen uit de verkoop van aandelen van een Franse vastgoedvennootschap. België is dan verplicht om een vrijstelling te verlenen.

Als het Frans vastgoed daarentegen privématig wordt aangehouden, dan blijft Frankrijk – net zoals onder het huidige verdrag – bevoegd om de inkomsten uit deze onroerende goederen te belasten. Overeenkomstig het nieuwe verdrag kan Frankrijk dus nog steeds een Belgische rijksinwoner belasten op de huurinkomsten of op de gerealiseerde meerwaarde behaald uit de verkoop van een Frans onroerend goed.

Nieuw in het verdrag is dan weer dat België dergelijke inkomsten slechts moet vrijstellen voor zover ze effectief belast zijn in Frankrijk. Indien een Belgische inwoner zijn onroerend goed in Frankrijk verhuurt, zal hij een Franse aangifte moeten indienen en zullen deze huurinkomsten belast worden in Frankrijk.  Het Frans recht voorziet daarentegen niet in een inkomstenbelasting op onroerend goed dat voor eigen gebruik wordt aangewend.[1] Als de Belgische inwoner het Frans onroerend goed niet verhuurt, is er met andere woorden niet onmiddellijk een belasting verschuldigd in Frankrijk die gekwalificeerd kan worden als een inkomstenbelasting (impôt sur le revenu). Dit kan tot gevolg hebben dat België zich niet zal verplicht voelen om een vrijstelling te verlenen hetgeen opnieuw een verhoogde belastingdruk met zich zou kunnen brengen. Deze problematiek moet verder worden opgevolgd.

Wees voorbereid

Het nieuwe verdrag treedt in werking na ratificatie door de verschillende parlementen, hetgeen vermoedelijk pas in 2023 zal zijn. Tijd genoeg om even stil te staan of het in uw persoonlijke situatie van belang is om te anticiperen op deze wijzigingen.  Vraagt u zich af of het nieuwe dubbelbelastingverdrag een invloed zal hebben op u en of er bepaalde acties aangewezen zijn? Aarzel dan niet om ons te contacteren, wij zijn steeds bereid om uw situatie te onderzoeken.

 

Auteur: Charlotte Vandepitte, Sr. Associate en Julien Decin, Jr. Associate.

  1. Wat niet wegneemt dat dit onroerend goed wel onderworpen kan worden aan andere Franse belastingen, zoals onder meer de taxe foncière, taxe d’habitation, … . Opmerkelijk is dat deze Franse belastingen, in tegenstelling tot de Belgische onroerende voorheffing, niet expliciet werden opgenomen in de lijst van de Franse belastingen geviseerd door het verdrag en in principe geen deel uitmaken van de Franse inkomstenbelasting (impôt sur le revenu).