Fiscus doet bijzondere kennisgeving in verband met bijzondere liquidatiereserve

Fiscus doet bijzondere kennisgeving

Bijzonder liquidatieregime.

In verband met bijzondere liquidatiereserve.

Stack of coins

Bijzonder liquidatieregime

De regering Di Rupo I verhoogde met ingang van 1 oktober 2014 het tarief van de roerende voorheffing op liquidatiebonus van 10% naar 25% (ondertussen werd het tarief bijkomend verhoogd naar 30%).

Een overgangsmaatregel werd in het leven geroepen die kleine vennootschappen toeliet om een bijzondere liquidatiereserve aan te leggen ten belope van de reserves gerealiseerd voor de belastbare tijdperken verbonden met de aanslagjaren 2012, 2013 of 2014. Die reserves konden tegen betaling van een afzonderlijke aanslag van 10% worden geboekt op een afzonderlijke rekening van het passief, en konden naderhand voordelig worden uitgekeerd (tarief van 5% of 0%).

Die maatregel was onderworpen aan een aantal strikte voorwaarden met als belangrijkste:

  • de kwalificatie als kleine vennootschap van de betrokken vennootschap overeenkomstig de criteria van het vennootschapsrecht (beoordeling op geconsolideerde basis); 
  • de tijdige indiening van een bijzondere aangifte 275A en tijdige betaling van de afzonderlijke heffing; 
  • de tijdige neerlegging van de jaarrekening verbonden aan het betrokken aanslagjaar;
  • toevoeging van een kopie van de bijzondere aangifte bij de aangifte vennootschapsbelasting voor het betrokken aanslagjaar.  

Bijzondere kennisgeving fiscus

De vennootschappen die gebruik maakten van die maatregel ontvingen een tijdje geleden een aangetekende brief met een drietal verduidelijkingen. 

Vooreerst bevestigde de fiscus dat de betaalde afzonderlijke heffing van 10% wordt aanvaard als regelmatige betaling op voorwaarde dat de liquidatiereserve niet is verworpen.

Verder informeerde de fiscus de belastingplichtige over diens recht om terugbetaling van deze heffing te vragen binnen de bezwaartermijn van zes maanden mochten niet alle toepassingsvoorwaarden zijn vervuld.

Tenslotte laat de fiscus weten dat de aangelegde bijzondere liquidatiereserve in de toekomst nog kan worden onderzocht.

Op basis van uitlatingen in de pers zou het standpunt van de fiscus zijn dat de betaalde afzonderlijke heffing onverbiddelijk verloren gaat, mocht na het verstrijken van de bezwaartermijn van 6 maanden blijken dat niet aan alle toepassingsvoorwaarden werd voldaan. Dat zou betekenen dat bij uitkering van de bijzondere liquidatiereserve nogmaals 30% roerende voorheffing moet worden betaald.

Beoordeling

De toepassing van de bijzondere liquidatiereserve was in de praktijk geenszins een eenvoudige maatregel, gelet op de vele toepassingsvoorwaarden en rekening houdend met aan aantal interpretatievraagstukken.

Het schrijven van de fiscus lijkt aan te geven dat in de toekomst deze bijzondere liquidatiereserve nog het voorwerp gaat uitmaken van specifieke controleacties en het vermoeden bestaat dat de fiscus streng zal nagaan of dat alle wettelijke voorwaarden correct werden nageleefd. Evenwel heeft de Minister van Financiën al bevestigd dat het niet meesturen van een kopie van de bijzondere aangifte 275 A met de aangifte vennootschapsbelasting de toepassing van het regime niet in het gedrang zal brengen.

Er kunnen vragen worden gesteld of buiten de normale onderzoeks- en aanslagtermijn van 3 jaar nog kan worden terugkomen op de aanleg van een bijzondere liquidatiereserve en of na het verstrijken van de bezwaartermijn de onterecht betaalde afzonderlijke heffing niet meer kan worden teruggevorderd. 

Desalniettemin lijkt het aangewezen om na te gaan of de bijzondere liquidatiereserve eertijds correct werd toegepast (en of ter zake alle fiscale voorwaarden werden nageleefd) en om eventueel toch bezwaar in te dienen mocht dat niet het geval zijn.   

Onze professionals kunnen U helpen controleren of de toepassing van de bijzondere liquidatiereserve correct is gebeurd, en we kunnen U ook bijstaan bij bv. een bezwaar die ter zake zou worden ingesteld.

 

Auteur: Stefaan Vlaminck

Neem contact met ons op