In onze derde en laatste bijdrage gaan we dieper in op de verplichte continuïteitsbeoordeling door het bestuursorgaan en de algemene vergadering. Daarnaast geven we nog enkele aandachtpunten mee vanuit het vennootschaps-, boekhoud- en jaarrekeningrecht.
Tenslotte beschrijven wij de mogelijkheid om welbepaalde COVID-19-kosten te activeren onder ‘herstructureringskosten’ indien voldaan is aan de wettelijke bepalingen ter zake.
Het Belgische boekhoud- en vennootschapsrecht evenals het insolventierecht bepalen dat het bestuursorgaan op afsluitdatum de continuïteitsveronderstelling moet beoordelen. Wat het principe van continuïteit betreft, is het aan het bestuursorgaan om te bepalen of de jaarrekening kan worden opgemaakt in ‘going concern’. Ons Belgisch boekhoudrecht bepaalt nergens een termijn die hiervoor in aanmerking genomen moet worden, maar algemeen wordt aangenomen dat de continuïteit moet worden beoordeeld over een periode van twaalf maanden te rekenen vanaf de afsluitdatum van het boekjaar.
We verwijzen hiervoor onder andere naar:
Overeenkomstig art.1:9, §1 WVV is iedere vennoot aan de vennootschap verschuldigd wat hij beloofd heeft in te brengen.
Indien het bestuursorgaan het niet-volstorte gedeelte van de inbreng of kapitaal zou opvragen, dienen de overeenstemmende (sub-)rubrieken te worden aangepast.
Art.3:59, tweede lid KB 29.04.2019/WVV bepaalt dat de bedragen in de jaarrekening van het boekjaar en het voorafgaande boekjaar vergelijkbaar moeten zijn.
De boekhoudwet voorziet 2 mogelijkheden:
Voor de duidelijke leesbaarheid van de jaarrekening zijn wij voorstander om de diverse ontvangen financiële steunmaatregelen van de overheid te boeken op een afzonderlijke rekening onder de rubriek ‘niet-recurrente bedrijfsopbrengsten’. Indien van materieel belang dan moeten aanvullende inlichtingen gegeven worden in de toelichting van de jaarrekening.
In het kader van deze verplichte uitkeringstest bij de BV en de CV moet het bestuursorgaan een veel groter belang hechten aan de toetsing met de prospectieve gegevens!
De COVID-19 jaarrekening van getroffen ondernemingen zal in de meeste gevallen in vergelijking met voorgaande jaarrekeningen, mindere resultaten en een lager nettoactief tonen, evenals slechtere liquiditeits- en solvabiliteitsratio’s.
Het bestuursorgaan moet ook de impact op volgende elementen evalueren:
Indien de continuïteit van de activiteit geheel of deels gevrijwaard is, dan heeft het bestuursorgaan de mogelijkheid om welbepaalde kosten te activeren als herstructureringskosten onder de rubriek ‘oprichtingskosten’.
Art.3:36 KB 29.09.2019/WVV geeft een opsomming van voorwaarden waaraan voldaan moet worden.
In de toelichting van de jaarrekening moet bij de waarderingsregels worden verantwoord dat aan hogervermelde voorwaarden is voldaan.
De geactiveerde herstructureringskosten worden jaarlijks via afschrijvingen in resultaat opgenomen per tranches van ten minste 20%.
Voorbeelden:
Bijkomende informatie is terug te vinden in CBN-advies 2011/24 – ‘Herstructureringskosten – Verwerking in de jaarrekening’.
Auteur: Patrick Valckx