De nieuwe opbrengstenstandaard zal in de hele sector aanzienlijke gevolgen hebben.
De nieuwe opbrengstenstandaard zal in de hele sector aanzienlijke gevolgen hebben.
Nu de IASB en FASB een nieuwe gemeenschappelijke standaard voor de opname van opbrengsten hebben gepubliceerd, begint het werk voor woningbouwbedrijven pas echt.
We bekijken wat IFRS 15 Opbrengsten van contracten met klanten zal betekenen voor bedrijven uit de woningbouwsector en hoe KPMG kan helpen.
De nieuwe standaard zal in de hele woningbouwsector aanzienlijke gevolgen hebben. Bepaalde opbrengsten kunnen met name vroeger worden opgenomen dan vandaag het geval is, terwijl sommige kosten kunnen worden uitgesteld. De nieuwe vereisten voor informatieverschaffingen zijn bovendien omvangrijk.
De gevolgen blijven echter niet beperkt tot boekhoudkundige veranderingen. Een aantal sectorgebonden regelingen zullen getroffen worden, zoals:
Onder de nieuwe standaard zullen woningbouwbedrijven moeten bepalen of een koper zeggenschap heeft over het actief naarmate het gebouwd of vernieuwd wordt.
Als de koper zeggenschap heeft over het actief, dan worden de opbrengsten over een periode opgenomen met behulp van een methode waarbij de prestaties worden weergegeven.
Hierdoor kan in bepaalde gevallen de opname van opbrengsten vervroegd worden, waar die nu pas bij voltooiing plaatsvindt.
U zult uw contracten moeten evalueren aan de hand van de nieuwe criteria om te bepalen of opbrengsten over een periode of op een bepaald tijdstip moeten worden opgenomen. Juridisch advies kan in dit opzicht noodzakelijk zijn.
Mogelijk moet u eveneens processen, systemen en interne controles uitwerken om opbrengsten over een periode, en niet op een bepaald tijdstip, op te nemen.
Wanneer u echter contractvoorwaarden of bedrijfspraktijken wijzigt als antwoord op de nieuwe standaard, kan dit commerciële kansen creëren.
Onder de nieuwe standaard worden niet-geldelijke vergoedingen die van een klant worden ontvangen als opbrengsten opgenomen en tegen reële waarde gewaardeerd. Er zijn echter geen richtsnoeren over de waarderingsdatum.
De reële waarde van het ingeruilde onroerende goed kan wijzigen tussen de aanvang en de vervulling van het contract. U zult uw gezond verstand moeten gebruiken om de waarderingsdatum, en dus ook het bedrag van de op te nemen opbrengsten, te bepalen.
De daaropvolgende verkoop van het onroerende goed dat door de klant wordt ingeruild als gedeeltelijke vergoeding, wordt administratief verwerkt als een afzonderlijk contract met een andere klant. De transactie leidt tot opbrengsten.
Dit is misschien anders dan de gangbare praktijk en kan een invloed hebben op uw marge, aangezien de marge die wordt behaald bij een tweedehandswoning lager kan liggen dan bij een nieuwbouwwoning.
Mogelijk moet u bestaande systemen aanpassen zodat de verkoop van het ingeruilde onroerende goed als afzonderlijk contract kan worden opgevolgd en geregistreerd.
Lees De administratieve verwerking van opbrengsten verandert: Impact op woningbouwbedrijven (Engelstalig, PDF 728 kB) om beter te begrijpen hoe deze en andere regelingen voor de woningbouwsector worden getroffen en welke stappen u mogelijk moet nemen.
Er worden voorbeelden gegeven over hoe ons functieoverschrijdende team klanten uit tal van sectoren - ook uit de woningbouw- en constructiesector - heeft geholpen bij de boekhoudkundige en operationele uitdagingen van de nieuwe opbrengstenstandaard.
Het gaat onder meer om:
Neem contact op met uw gebruikelijke KPMG-contactpersoon als u meer wilt weten over hoe KPMG uw bedrijf kan helpen.
Bezoek onze themapagina IFRS - Opbrengsten voor de meest recente publicaties van KPMG over de nieuwe standaard.
© 2019 KPMG Advisory, een Belgische burgerlijke CVBA en lid van het KPMG netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn met KPMG International Cooperative (“KPMG International”), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden.