KMO Tax Flash

KMO Tax Flash

De ministerraad heeft recent een voorontwerp van een wet goedgekeurd betreffende de nieuwe regels omtrent opeisbaarheid van btw.

1000

De ministerraad heeft recent een voorontwerp van een wet goedgekeurd betreffende de nieuwe regels omtrent opeisbaarheid van btw. In deze nieuwe regeling krijgt de factuur opnieuw een belangrijke rol toebedeeld en wordt deze als het ware bestempeld als ‘het belangrijkste feit’ dat aanleiding geeft tot het opeisbaar worden van de btw. Blijkens het voorontwerp zou deze nieuwe wetgeving in werking treden op 1 januari 2016.


Volgens de huidige wetgeving, die in werking trad op 1 januari 2013, wordt de btw opeisbaar op het ogenblik van de levering of dienstverrichting, of bij de vooruitbetaling van een geheel of een gedeelte van de prijs.

In tegenstelling tot wat tot eind 2012 gold, is het uitreiken van een factuur niet langer een oorzaak van opeisbaarheid van de btw. Hierop werd echter veel kritiek geuit. Teneinde tegemoet te komen aan deze kritiek voorzag de btw-administratie sinds begin 2013 in een overgangsregeling die in bepaalde versoepelingen voorzag en waarbij de belastingplichtige kon kiezen om gebruik te maken van deze versoepelingen of om de nieuwe wettelijke regels betreffende opeisbaarheid toe te passen voor lokale handelingen. Deze overgangsregeling werd telkens verlengd tot zij uiteindelijk op 17 april 2015 definitief werd verlengd in afwachting van nieuwe wetgeving omtrent de opeisbaarheid van de btw.

De nieuwe wetgeving lijkt, zoals blijkt uit het voorontwerp, sterk op het stelsel dat tot eind 2012 gold. De hoofdoorzaak is en blijft de levering van goederen of de voltooiing van de dienst. Echter, vanaf 1 januari 2016 zal de btw ‘de facto’ opeisbaar worden bij het uitreiken van een factuur, ongeacht of de uitreiking daarvan plaatsvindt voor of na de levering of dienstverrichting, tenzij er een voorschot van betaling wordt ontvangen. De factuur zal dus een zeer belangrijke rol spelen bij het opeisbaar worden van de btw.

De datum van uitreiking van de factuur zal onder andere bepalen wanneer de belastbare handeling moet worden opgenomen in de btw-aangifte en wanneer de btw kan worden afgetrokken bij de afnemer. Indien er geen factuur wordt uitgereikt voor de vijftiende van de maand volgend op de maand waarin de levering of dienstverrichting heeft plaatsgevonden, dan zal de btw op die dag (met name de vijftiende van de maand volgend op de maand waarin de belastbare handeling heeft plaatsgevonden) opeisbaar worden.

Inzake handelingen verricht ten aanzien van particulieren waarvoor geen factuur moet worden uitgereikt, alsook ten aanzien van handelingen verricht voor publiekrechtelijke lichamen wordt de belasting opeisbaar over het ontvangen bedrag op het tijdstip waarop de betaling of een deel ervan wordt ontvangen, voor zover het publiekrechtelijke lichaam niet wordt aangemerkt als de schuldenaar van de btw.

De nieuwe wetgeving is slechts van toepassing op lokale handelingen. De regels betreffende de opeisbaarheid van btw inzake intracommunautaire transacties worden niet gewijzigd.

Als alles volgens plan verloopt, zou de nieuwe wetgeving in werking treden op 1 januari 2016. Recent werd het voorontwerp voorgelegd aan de Raad van State, die nog een advies zal formuleren. De ontwerpregelgeving zou dus nog kunnen wijzigen. Wij houden u op de hoogte van de verdere ontwikkelingen.


Gladys Cristiaensen en Sophie Schellens

© 2024 KPMG Central Services, a Belgian general partnership ("VOF/SNC") and a member firm of the KPMG global organization of independent member firms affiliated with KPMG International Limited, a private English company limited by guarantee. All rights reserved.


For more detail about the structure of the KPMG global organization please visit https://kpmg.com/governance.

Neem contact met ons op

Mijn profiel

Blader door artikelen en kies uw interesses.